zondag 23 januari 2011
Blind Auditions Spraakmakend Concept
The Voice of Holland is een talentenshow op tv. In de periode september 2010 januari 2011 uitgezonden op RT4. De show trok gemiddeld 2,7 miljoen kijkers, met de finale op 21 januari behaalde RTL 4 2,8 miljoen kijkers.
Deze show onderscheidt zich met de Blind Auditions van talentenshows als Idols, Xfactor, Hollands Got Talent en Popstars door de Blind Auditions. De 4 coaches, die de deelnemers begeleiden naar de finale, maken hun keuze uit de kandidaten. In de Blind Auditions zitten de coaches met hun rug naar de deelnemer tijdens de start van het optreden. Du moment hij of zij denkt dat deze aankomende artiest in hun stal past draaien zij zich om. Dan pas zien zij hoe deze persoon er uit ziet. Het gaat in eerste instantie om de zangkwaliteit, aan uitstraling en uiterlijk kunnen de coaches werken.
Ook de professionele toon is bijzonder aan TVOH. Coaches die zelf actief zijn als zanger(es) zullen talenten begeleiden naar de finale. Echtheid speelt in de start van deze talentenshow een grote rol. De coaches zoeken naar kwaliteit. Daarnaast wordt het educatieve element naar voren gehaald: wat maakt je een goede zanger? Het publiek wat zich afwendde van talentenshows door de ontluisterende optredens en de afzeik-tv van bijvoorbeeld Idols, kon op deze wijze herwonnen worden.
Het concept voldoet aan de eisen die Geursen stelt: het heeft een innerlijke waarheid (zangkwaliteit, aanpak coaches), is meerlagig (competitie kandidaten en coaches, show, educatief element, meeleven met kandidaten met hun familie en vrienden).
De markt voor een talentenshow past binnen de maxitrend: de behoefte aan vermaak. Op maatschappelijk niveau is de megatrend evenementen maatschappij van toepassing
Trendfactoren die van invloed zijn:
- cultuur: Na acht jaar (Idols 2002) is het fenomeen talenshow bekend en nog steeds groeiend.
- technologie is voor de Blind Auditions niet van toepassing: iedereen heeft een stem, de benodigdheid voor het meedoen. Wel speelt technologie een rol in andere aspecten van TVOH: het is een crossmediaal concept. Er wordt gebruik gemaakt van TV, social media (Twitter, Hyves), mobile devices (stemmen), internet shoppen (downloads cd en nummers deelnemers), TVOH magazine (eenmalig) en Live Events (Concerten Heineken Hall).
De social media worden behandeld in de zg. Red Room. Dit gedeelte van het concept heeft potentie. Er is oppervlakkig gebruik gemaakt van de mogelijkheden.
- economie: een talentenshow is razend interessant voor adverteerders vanwege de hoge kijkcijfers; de reclameblokken zijn eindeloos lang.
- Demografie: een op de twee tv’s in Nederland stond afgestemd op de finale van TVOH.
- Ecologie speelt geen rol van betekenis.
http://zappen.blog.nl/algemeen/2011/01/15/kijkcijfers-vrijdag-tvoh-zelfs-s-nachts-boven-25-miljoen op 22 januari 2011
http://www.telegraaf.nl/prive/7748731/__Kijkcijfers_TVOH_ongekend_hoog__.html op 25 september 2010
Van Trends Naar Brands Hilde Roothart en Wim van Pol 2008
Je weet niks en je wilt doorbreken NRC Next vrijdag 21 januari
Goos Geursen, auteur Een hazewind op gympen, 1996 geciteerd in Imagineering, Nijs en Peters, 2002
dinsdag 18 januari 2011
Mislukte campagne: Vaccinatie HPV virus
Het RIVM startte in 2010 een campagne met behulp van het jongeren reclame bureau Combat om 12-jarige meisjes in te enten tegen het HPV Virus, wat baarmoederhalskanker kan veroorzaken. Combat is bij de campagne betrokken nadat het alleen feitelijk informeren van de meiden leidde tot een beperkte opkomst en veel tegengeluiden op het internet.
Het RIVM concludeerde dat een óuderwetse’voorlichtingscampagne niet meer voldoende is. ‘Alleen met de feiten red je het niet’ zegt de RIVM woordvoerster. Hoofd infectieziekten Coutinho zegt op 2 april 2009 (NRC) ‘Die (indianen) verhalen waren er over andere vaccins ook altijd, maar die hebben nooit enige invloed gehad.”
Communicatiebureau Combat voegt emotie toe. Het RIVM, moeders en huisartsen worden ingeschakeld om op internetfora voor te lichten over campagne. Op www.prikenbescherm.nl vertellen meisjes over de inenting en Marjan Berk over haar aan baarmoederhalskanker overleden schoondochter. Filmpjes tonen de werking van het virus.
Dit verhaal is te verklaren uit de maxitrend: consumenten willen ruimte voor emotie, onderdeel van de megatrend feminisering. Op microniveau is er een markt voor voorlichting aan jonge meiden.
De volgende trendfactoren spelen een rol:
Technologisering: YouTube en internet zijn beschikbaar voor iedereen om actie te voeren; Cultureel: een kritische houding ten aanzien van vaccinatie is al langere tijd aanwezig in de Nederlandse samenleving;
Economie: de macht en het belang van de farmaceutische industrie wordt gewantrouwd.
Politiek gezien wordt vaccinatie tegen HPV van belang geacht.
Demografie speelt geen bijzondere rol.
Bronnen:
RIVM: campagne hpv-vaccinatie meisjes mislukt, 2 april 2009, Nrc Handelsblad.
Tien vragen over de nationale HPV-vaccinatie voor tienermeisjes NRC 3 mrt 2009
RIVM: Reclame moet meiden lokken voor prik www.rtvutrecht.nl op 28 dec. 2009
HPV vaccinatie slaat aan door social media strategie www.combat.nl op 21 nov. 2010
Het RIVM concludeerde dat een óuderwetse’voorlichtingscampagne niet meer voldoende is. ‘Alleen met de feiten red je het niet’ zegt de RIVM woordvoerster. Hoofd infectieziekten Coutinho zegt op 2 april 2009 (NRC) ‘Die (indianen) verhalen waren er over andere vaccins ook altijd, maar die hebben nooit enige invloed gehad.”
Communicatiebureau Combat voegt emotie toe. Het RIVM, moeders en huisartsen worden ingeschakeld om op internetfora voor te lichten over campagne. Op www.prikenbescherm.nl vertellen meisjes over de inenting en Marjan Berk over haar aan baarmoederhalskanker overleden schoondochter. Filmpjes tonen de werking van het virus.
Dit verhaal is te verklaren uit de maxitrend: consumenten willen ruimte voor emotie, onderdeel van de megatrend feminisering. Op microniveau is er een markt voor voorlichting aan jonge meiden.
De volgende trendfactoren spelen een rol:
Technologisering: YouTube en internet zijn beschikbaar voor iedereen om actie te voeren; Cultureel: een kritische houding ten aanzien van vaccinatie is al langere tijd aanwezig in de Nederlandse samenleving;
Economie: de macht en het belang van de farmaceutische industrie wordt gewantrouwd.
Politiek gezien wordt vaccinatie tegen HPV van belang geacht.
Demografie speelt geen bijzondere rol.
Bronnen:
RIVM: campagne hpv-vaccinatie meisjes mislukt, 2 april 2009, Nrc Handelsblad.
Tien vragen over de nationale HPV-vaccinatie voor tienermeisjes NRC 3 mrt 2009
RIVM: Reclame moet meiden lokken voor prik www.rtvutrecht.nl op 28 dec. 2009
HPV vaccinatie slaat aan door social media strategie www.combat.nl op 21 nov. 2010
donderdag 13 januari 2011
Conceptlancering: Citroën C4 Micro Hybrid
Je ziet een jonge, aantrekkelijke man in een middelgrote auto. Je hoort het nummer ‘Call me the breeze’ van John Cale. Hij probeert de knopjes, is bewust bezig met rijden in zijn (nieuwe?) auto. In de achteruitkijkspiegel ziet hij mensen. Hij trekt op: wij zien een hippe jongen opkijken, zijn mountainbike pakken en de auto volgen. Andere fietsers staan achter de auto: ze lachen, kijken genietend naar de auto. De massa achter de auto groeit, steeds meer fietsers sluiten aan. Ze staan stil voor het stoplicht, achter de auto. Dan wordt het licht groen: de auto vervolgt zijn weg en maakt een u bocht. Alle fietsers volgen….
Dan hoor je de voice-over: Citroën C4, de enige auto die geen CO2 uitstoot als ie stil staat.
Ik rijd ben geen auto gek, wel een fietser, en deze reclame maakt indruk. Waarom? Omdat het spannend is! De fietsers intrigeren. Wat gebeurt er? Wat doen ze? Het boeit me.
Volgens Geursen moet een concept meerlagig zijn: we zien fietsers die de auto volgen (laag 1) ; zowel fietsers als automobilist zijn jonge, hippe, werkende mensen, waar we bij willen horen (laag2); vervolgens komt de boodschap (laag 3, de essentie): de C4 is ook plezierig voor ons, de fietsers die er achter wachten bij het stoplicht.
Emmelkamp stelt dat een succesvol mediaproduct bevrijdend is. Dit concept voldoet aan die eis. Je springt op je fiets, en rijdt met een groep gelijkgezinden (vrienden?) achter een auto aan. Omdat je verrast bent door iets nieuws. De bestuurder is van zijn kant ook verrast door de fietsers op het moment dat hij opmerkt dat ze hem volgen. For pleasure, for air, for fun.
Ook de dubbelzinnigheid die zij (Emmelkamp) noemt als voorwaarde voor een succesvol mediaproduct zie je hier terug in het verhaaltje: auto en fiets, groep en individu, blik bestuurder tegenover de blik van de fietser,
Hier wordt een idee verkocht. Het idee gaat voor het product uit. Door de gedachte: deze auto wil vriendelijk zijn voor fietsers, voegt Citroën een nieuwe beleveniswereld toe. En vergroot de autofabrikant het aantal fans van het merk. (Rijkenberg )
Bronnen:
Goos Geursen, auteur Een hazewind op gympen, 1996 geciteerd in Imagineering, Nijs en Peters, 2002
Laura Emmelkamp, auteur Dansen op de vulkaan 1999, geciteerd in Imagineering, Nijs en Peters, 2002
Jan Rijkenberg, Concepting 2005
Dan hoor je de voice-over: Citroën C4, de enige auto die geen CO2 uitstoot als ie stil staat.
Ik rijd ben geen auto gek, wel een fietser, en deze reclame maakt indruk. Waarom? Omdat het spannend is! De fietsers intrigeren. Wat gebeurt er? Wat doen ze? Het boeit me.
Volgens Geursen moet een concept meerlagig zijn: we zien fietsers die de auto volgen (laag 1) ; zowel fietsers als automobilist zijn jonge, hippe, werkende mensen, waar we bij willen horen (laag2); vervolgens komt de boodschap (laag 3, de essentie): de C4 is ook plezierig voor ons, de fietsers die er achter wachten bij het stoplicht.
Emmelkamp stelt dat een succesvol mediaproduct bevrijdend is. Dit concept voldoet aan die eis. Je springt op je fiets, en rijdt met een groep gelijkgezinden (vrienden?) achter een auto aan. Omdat je verrast bent door iets nieuws. De bestuurder is van zijn kant ook verrast door de fietsers op het moment dat hij opmerkt dat ze hem volgen. For pleasure, for air, for fun.
Ook de dubbelzinnigheid die zij (Emmelkamp) noemt als voorwaarde voor een succesvol mediaproduct zie je hier terug in het verhaaltje: auto en fiets, groep en individu, blik bestuurder tegenover de blik van de fietser,
Hier wordt een idee verkocht. Het idee gaat voor het product uit. Door de gedachte: deze auto wil vriendelijk zijn voor fietsers, voegt Citroën een nieuwe beleveniswereld toe. En vergroot de autofabrikant het aantal fans van het merk. (Rijkenberg )
Bronnen:
Goos Geursen, auteur Een hazewind op gympen, 1996 geciteerd in Imagineering, Nijs en Peters, 2002
Laura Emmelkamp, auteur Dansen op de vulkaan 1999, geciteerd in Imagineering, Nijs en Peters, 2002
Jan Rijkenberg, Concepting 2005
Abonneren op:
Posts (Atom)