donderdag 13 januari 2011

Conceptlancering: Citroën C4 Micro Hybrid

Je ziet een jonge, aantrekkelijke man in een middelgrote auto. Je hoort het nummer ‘Call me the breeze’ van John Cale. Hij probeert de knopjes, is bewust bezig met rijden in zijn (nieuwe?) auto. In de achteruitkijkspiegel ziet hij mensen. Hij trekt op: wij zien een hippe jongen opkijken, zijn mountainbike pakken en de auto volgen. Andere fietsers staan achter de auto: ze lachen, kijken genietend naar de auto. De massa achter de auto groeit, steeds meer fietsers sluiten aan. Ze staan stil voor het stoplicht, achter de auto. Dan wordt het licht groen: de auto vervolgt zijn weg en maakt een u bocht. Alle fietsers volgen….

Dan hoor je de voice-over: Citroën C4, de enige auto die geen CO2 uitstoot als ie stil staat.




Ik rijd ben geen auto gek, wel een fietser, en deze reclame maakt indruk. Waarom? Omdat het spannend is! De fietsers intrigeren. Wat gebeurt er? Wat doen ze? Het boeit me.

Volgens Geursen moet een concept meerlagig zijn: we zien fietsers die de auto volgen (laag 1) ; zowel fietsers als automobilist zijn jonge, hippe, werkende mensen, waar we bij willen horen (laag2); vervolgens komt de boodschap (laag 3, de essentie): de C4 is ook plezierig voor ons, de fietsers die er achter wachten bij het stoplicht.

Emmelkamp stelt dat een succesvol mediaproduct bevrijdend is. Dit concept voldoet aan die eis. Je springt op je fiets, en rijdt met een groep gelijkgezinden (vrienden?) achter een auto aan. Omdat je verrast bent door iets nieuws. De bestuurder is van zijn kant ook verrast door de fietsers op het moment dat hij opmerkt dat ze hem volgen. For pleasure, for air, for fun.

Ook de dubbelzinnigheid die zij (Emmelkamp) noemt als voorwaarde voor een succesvol mediaproduct zie je hier terug in het verhaaltje: auto en fiets, groep en individu, blik bestuurder tegenover de blik van de fietser,

Hier wordt een idee verkocht. Het idee gaat voor het product uit. Door de gedachte: deze auto wil vriendelijk zijn voor fietsers, voegt Citroën een nieuwe beleveniswereld toe. En vergroot de autofabrikant het aantal fans van het merk. (Rijkenberg )

Bronnen:
Goos Geursen, auteur Een hazewind op gympen, 1996 geciteerd in Imagineering, Nijs en Peters, 2002
Laura Emmelkamp, auteur Dansen op de vulkaan 1999, geciteerd in Imagineering, Nijs en Peters, 2002
Jan Rijkenberg, Concepting 2005

Geen opmerkingen:

Een reactie posten